Demain, dès l’aube is één van Hugo’s bekendste gedichten, en waarschijnlijk één van de bekendste gedichten ter wereld, maar het is een vergissing om enkel vergeten parels te willen opduiken, en niet het grootste in de schijnwerpers te blijven zetten. Zoals geldt voor alle grootste gedichten spreken deze verzen voor zichzelf, maar er zijn een paar zaken aan te wijzen om de rijkdom van het gedicht open te plooien.
Categorie archief: Poëzie
Gedicht van de week: Eugenio Montale – Forse un mattino andando
Eugenio Montale (1896-1981) wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste Italiaanse dichter van de twintigste eeuw; hij ligt net een eindje voor op andere grootheden als Saba, Ungaretti, Pavese en Quasimodo. Onderhavig gedicht komt uit zijn eerste bundel Ossi di Seppia (Inktvisbotten) die een cesuur betekende met de traditionele Italiaanse poëzie zoals die van Dante tot D’Annunzio geschreven werd.
Jan Arends: Ik heb vannacht
In dit gedicht combineert Arends een karige taal met de omkering van typische poëtische beelden: de nachtelijke hemel is liefelijk blauw, de maan is donker, vogels worden onheilsbrengers. Het resultaat is een beklemmend liefdesgedicht.
Wallace Stevens: Thirteen ways of looking at a blackbird
Eenvoudige poëzie die niet transparant is, is vaak de mooiste maar de moeilijkste (de wijdlopigheid die extra duiding kan brengen via verbanden is afwezig). Het loont om strofe per strofe het gedicht te bewandelen, zoals Stevens het heeft uitgetekend. De eerste strofe hoort bij de sterkste in de literatuur.
