Lucianus: De tragiek van de goden

Niet de mens heeft God hier nodig, maar omgekeerd: de volledige betekenis van het goddelijke leven, hun eer en levensgenot danken de goden aan de mensen. “Ons lot staat of valt met een enkele sterveling”, zegt Zeus, “als ze tot het inzicht komen dat wij alleen maar namen zijn.”

Honoré de Balzac: Verloren illusies (Illusions perdues)

We volgen Lucien in de hallen, restaurants en salons van het Parijs van de restauratie, en kijken onze ogen uit in alle details van het stadsleven: van de mode in de Jardin de Luxembourg tot de courtisanes in de houten galerijen en de bedrijvigheid in restaurant Flicoteaux, thuishaven van de Parijse studenten. Het is van een levensechtheid die overrompelt, van een vertelkracht die doet vergeten dat we überhaupt met verbeelding te maken hebben.

Bohumil Hrabal – Al te luide eenzaamheid

De hele novelle lang hanteert Hrabal deze bezwerende stijl, de lange, via komma’s steeds een nieuw zijpad inslaande zinnen, waarbij hij schakelt tussen droge humor en hoge dramatiek, parlando-achtige tussenzinnen en verheven filosofische observaties. In zijn hart is Hrabal een humorist, in zijn hoofd een tragicus.

George Eliot: Middlemarch

Dorothea is één van de krachtigste en best geboetseerde hoofdpersonages uit de wereldliteratuur. Het dorp Middlemarch, het eigenlijke centrum van het boek waarrond de vier verhaallijnen zich afspelen, zuigt de lezer op als een toneeldecor, waar Eliot elk personage menselijker dan menselijk heeft geschapen.

Eça de Queirós: De Maia’s

Een klein aantal personages scheppen in wiens aanwezigheid het aangenaam vertoeven is: meer heeft een schrijver soms niet nodig om een onvergankelijk meesterwerk te schrijven, – wat zou je ook meer kunnen wensen, zeker als Eça de Queirós ook als stilist een grootmeester is en zijn ironie kan wedijveren met die van Austen, Mann en Proust.