Niet de mens heeft God hier nodig, maar omgekeerd: de volledige betekenis van het goddelijke leven, hun eer en levensgenot danken de goden aan de mensen. “Ons lot staat of valt met een enkele sterveling”, zegt Zeus, “als ze tot het inzicht komen dat wij alleen maar namen zijn.”
Categorie archief: Europa
Honoré de Balzac: Verloren illusies (Illusions perdues)
We volgen Lucien in de hallen, restaurants en salons van het Parijs van de restauratie, en kijken onze ogen uit in alle details van het stadsleven: van de mode in de Jardin de Luxembourg tot de courtisanes in de houten galerijen en de bedrijvigheid in restaurant Flicoteaux, thuishaven van de Parijse studenten. Het is van een levensechtheid die overrompelt, van een vertelkracht die doet vergeten dat we überhaupt met verbeelding te maken hebben.
Louis Paul Boon – De paradijsvogel
De mens wordt geworpen in een trieste wereld, waar hem lijden en dood wachten, en verzint daarom een illusie die hem hoop verschaft. Maar die illusie (een onzichtbaar Niets, een onbestaand Nooit) zorgt alleen maar voor meer ellende.
Petrarca: Het Liedboek (Canzoniere)
De intensiteit van Petrarca’s gevoelsleven die Laura in hem inspireert, brengt hem tot magistrale beelden. Het resulteert in de intense tegenstellingen die zijn poëzie wereldberoemd maakten: licht en donker, dag en nacht, de hitte en kou van de liefdeskoorts, intens verdriet en geluk.
Bohumil Hrabal – Al te luide eenzaamheid
De hele novelle lang hanteert Hrabal deze bezwerende stijl, de lange, via komma’s steeds een nieuw zijpad inslaande zinnen, waarbij hij schakelt tussen droge humor en hoge dramatiek, parlando-achtige tussenzinnen en verheven filosofische observaties. In zijn hart is Hrabal een humorist, in zijn hoofd een tragicus.
Molière: Dom Juan
Molière bestrijkt in dit stuk het hele komische spectrum in een bontheid van personages en stijlen; van de volksheid van Sganarelle tot de cynische wit van Don Juan, van scabreuze opmerkingen tot taalhumor.
F. Bordewijk: Karakter
De hele roman getuigt van een zeldzame beheersing. De thematiek (de botsing van de drie hoofdkarakters) hoeft niet te vrezen voor de tand des tijds. Karakter is één van de Grote Nederlandstalige Romans; Bordewijk hoort thuis op het podium naast Multatuli, Vestdijk, Boon, Mulisch en Hermans.
Werner Herzog: Ieder voor zich en God tegen allen
Het is te filmisch om een leven te zijn: van een armoedige jeugd in een Beiers bergdorp over een gestolen eerste camera tot een onvoorstelbare reeks bijna dood-ervaringen met ontweken kannibalen, neergestorte vliegtuigen en vulkaanuitbarstingen.
George Eliot: Middlemarch
Dorothea is één van de krachtigste en best geboetseerde hoofdpersonages uit de wereldliteratuur. Het dorp Middlemarch, het eigenlijke centrum van het boek waarrond de vier verhaallijnen zich afspelen, zuigt de lezer op als een toneeldecor, waar Eliot elk personage menselijker dan menselijk heeft geschapen.
Eça de Queirós: De Maia’s
Een klein aantal personages scheppen in wiens aanwezigheid het aangenaam vertoeven is: meer heeft een schrijver soms niet nodig om een onvergankelijk meesterwerk te schrijven, – wat zou je ook meer kunnen wensen, zeker als Eça de Queirós ook als stilist een grootmeester is en zijn ironie kan wedijveren met die van Austen, Mann en Proust.
