Hendrik Conscience: De Leeuw van Vlaanderen

♞ PERSONAGES

Graaf de Gwyde: de oude graaf van Vlaanderen, gevestigd in het kasteel van Wijnendale
Robrecht van Bethune: de Leeuw van Vlaanderen, de zoon van Gwyde en Vlaanderens dapperste ridder
Machteld van Bethune: Robrechts dochter, een beeldschone jonkvrouw
Adolf Van Nieuwland: ridder, die zich steeds opoffert voor zijn hogeren en Machteld bemint
Pieter De Coninck: de Deken der wevers, het zwijgzame, beheerste en diep intelligente hoofd van de Brugse wevers
Jan Breydel: de Deken der beenhouwers van Brugge, De Conincks beste vriend en tegenpool, met zijn openhartig en onstuimig karakter
Philippe Le Bel: koning van Frankrijk, edel maar verblind door de wreedheid van zijn echtgenote
Johanna van Navarra: de haatdragende en hoogmoedige Franse vorstin
De Chatillon: de landvoogd van de Franse koning in Vlaanderen, neef van Johanna van Navarra en dwingeland
Diederik de Vos: de heerlijk sluwe edelman die zich voortdurend verkleedt en zo ongemerkt spioneert (niet voor niets een naamgenoot van Reinaert)

༄ OPENINGSZIN

De rode morgenzon blonk twijfelachtig in het oosten, en was nog met een kleed van nachtwolken omgeven, terwijl haar zevenkleurig beeld zich glinsterend in elke dauwdruppel herhaalde; de blauwe dampen der aarde hingen als een onvatbaar weefsel aan de toppen der bomen, en de kelken der ontwelkende bloemen openden zich met liefde om de jongste straal van het daglicht te ontvangen.

Conscience doet aan het begin glimlachen, om zoveel romantische hoogdravendheid; maar weet hij je eenmaal te vangen in zijn netten, dan raak je verstrikt in zijn taal en emotie, en stel je tot je ontsteltenis vast dat je meteen op de laatste bladzijde bent aanbeland.

▼ INHOUD

De Leeuw van Vlaanderen verhaalt de opstanden van het Vlaamse volk tegen de Franse bezetter aan het begin van de veertiende eeuw. Eerst de slag om Brugge, of de Brugse metten, waar een meute Vlamingen alle Franse bezetters ‘s nachts vermoordt door ieder die geen ‘schild en vriend’ kan zeggen om te brengen. En later de grote slag om Kortrijk, of de Guldensporenslag, waar het kleine leger van de Vlaamse Leeuw tegenover dat van Philippe Le Bel staat. Het verhaal begint in 1302; Vlaanderen is bezet door de Fransen. Gwyde, de Graaf van Vlaanderen, gaat samen met zijn trouwste edelen en zijn zoon naar het Franse hof van Philippe Le Bel om genade te vragen en zijn dochter Philippa te bevrijden uit de kerkers van Johanna van Navarra. Maar ze komen in een valstrik terecht en worden gevangen genomen, waarmee de strijd zijn wortels krijgt. Gwydes kleindochter Machteld verzorgt ondertussen in Vlaanderen de gewonde ridder Adolf van Nieuwland, van wie ze in stilte gaat houden. De liefde tussen beide wordt één van de hoofdlijnen van het verhaal, naast de volksinborst en vaderlandsliefde van de twee Brugse dekens, en de moed van de glorieuze ridder Robrecht van Bethune, de Leeuw van Vlaanderen, die opgesloten is in Frankrijk maar via de listen van Diederik De Vos in verhulde gedaante mee strijd levert op de belangrijkste momenten. Het is een epos zonder centrale held, waarin de liefde voor volk en vaderland op de eerste plaats komt.

▲ WAAROM IS HET GOED

De Leeuw van Vlaanderen is een sprookje, met edele ridders en laffe verraders, met wonderschone jonkvrouwen en listige spionnen. Het is een strijd tussen goed en kwaad, met de moedige Vlamingen aan de ene kant en de laffe Fransen aan de andere kant. Maar alle lezers moeten toegeven dat het sprookje de moeder aller literaire genres blijft, en dus blijft de aantrekking niet beperkt tot negentiende-eeuwse nationalistische enthousiastelingen; het sprookje smaakt als sprookje, voor de groene sluier die Adolf van Machteld heeft gekregen en aan zijn borst houdt op het strijdveld, voor de peilende blik van de deken der wevers, voor de impulsieve woede van de deken der beenhouwers (de vriendschap en strijd van die twee tegenpolen blijft het meest bij van alle verhaallijnen), voor de beschrijvingen van rokken, gordijnen en kletterende goedendags. Wat we hebben is Hollywood, met bloedige strijd, nobele gevoelens, wraak, liefde en dood, op weinig subtiele manier gebracht. Maar Conscience is tegelijkertijd zoveel meer dan Hollywood, want hij schrijft in de mooiste taal – je leert de rijkdom van de Nederlandse taal er opnieuw in kennen.

De politiek-nationale laag is het bekendst; Conscience wilde de Vlaming leren klauwen en eindigt expliciet op een morele noot. Hij populariseerde de Guldensporenslag en gaf de stof voor het Vlaams nationalisme. Maar De leeuw van Vlaanderen zelf als Vlaams nationalisme duiden is anachronistisch; voor Conscience was Vlaams bewustzijn niet tegengesteld aan Belgisch bewustzijn; hij vocht voor het vaderland in de onafhankelijkheidsstrijd en laat in zijn werk de graaf van Namen met zijn troepen opdraven in de Slag om Kortrijk. En er zijn genoeg Fransen met edele inborst: graaf de Valois, Rodolf en de Marthenaye winnen terecht het vertrouwen van de Vlamingen. Daarbij is De Leeuw van Vlaanderen zeker niet historisch accuraat, maar Conscience deed zijn onderzoekswerk en bezocht de plaatsen van de slagen.

Toch verdient vooral de esthetische laag het vandaag terug op de voorgrond geplaatst te worden; het werk is niet enkel een soort verbeeld manifest, maar evenzeer een romantische compositie die aanvangt in een dicht bos waar één Vlaming een groepje Fransen de baas kan, en eindigt met de goddelijke aftocht van de gulden ridder. Op sommige momenten komt de pathos te zeer op de voorgrond (Conscience was ook slechts 26 toen hij dit schreef), en misogynie houdt zich tussen de lijnen op, in de Fransen die ‘verwijfd’ als kwalijkste etiket krijgen, in de vrouwen die de schrandere deken der wevers niet naar waarde schatten omdat hij hen confronteert met hun eigen gebreken, in de tekening van Johanna van Navarra als de bron aller kwaad. Maar over het algemeen is Conscience aanstekelijk in zijn liefde voor riddermoed, vaderlandstrots en het sterven voor vrijheid (een verwezenlijking in een tijd voorbij de grote verhalen waarin die sprookjesidealen anachronismen lijken te zijn geworden). De settingen zijn heerlijk levendig – je loopt door de straten van het veertiende-eeuwse Brugge – en de personages zijn karikaturaal op de best mogelijke manier. Niet voor niets droeg Conscience het werk op aan Gustaaf Wappers, een schilder.

Uiteindelijk is dat wat Conscience doet en waarvoor we hem dankbaar moeten zijn; hij trekt alle registers open om te schilderen met de Vlaamse taal die hem zo lief is. Hij schildert in een zo kleurrijke taal – woorden als ‘grimlachen’ en zijn groot arsenaal aan beschrijvingen zijn we verleerd omdat we de materialiteit van de wereld zelf verleerd zijn (door de industrialisering en vooral de virtualisering van de wereld hebben natuur en ambacht hun detail verloren; alle soorten bomen zijn één boom geworden). Voor Conscience was de keuze voor het Vlaemsch niets minder dan een activistische daad, voor authentieke expressie. In de Leeuw van Vlaanderen breekt hij ook inhoudelijk met de pretentie van de edelen: wanneer de beenhouwer tot ridder geslagen wordt, ontdoet hij zich meteen terug van zijn harnas om met zijn blote vuisten te vechten. Conscience bracht het piepjonge genre van de historische roman (dat rond 1800 ontstond) naar de Lage Landen, en gaf de kracht van het woord aan de brede bevolking.

✎ DE SCHRIJVER

‘De man die het volk leerde lezen’, omdat hij voor de volkstaal koos en het elitaire karakter van literatuur probeerde te doorbreken. Als ziekelijk kind kreeg hij van zijn moeder als troost de Antwerpse volksverhalen te horen. Treedt toe tot het leger in de Belgische revolutie en wordt lid van een Antwerpse rederijkerskamer, waar hij zich steeds meer interesseert voor de rechten van de Vlaming. Ziet de Vlaamse literatuur als middel voor een trots zelfbewustzijn en schrijft meer dan honderd boeken over Vlaanderens roemrijke verleden.

► VERDICT

Een sprookje met de zwaktes van een sprookje, maar zo overtuigend in heldenliefde en met een zo heerlijke vergeten taal dat het zich makkelijk ontworstelt aan zijn verouderd en nationalistisch imago.

door Ana

Plaats een reactie