
♞ PERSONAGES
Bento Santiago: de latere Dom Casmurro, die als oude verbitterde man het verhaal van zijn jeudgliefde vertelt
Capitu: de geliefde, eerst als buurmeisje, later als partner
Dona Gloria: de engelachtige moeder, een weduwe die ooit beloofd heeft haar zoon een priesteropleiding te laten volgen als zij van een jongen zou bevallen
Jose Dias: de inwonende huisvriend, een soort butler die werkt voor kost en inwoon, een homeopathisch arts, een geweldig figuur maar ook tragisch, die het grootste wil maar zijn dromen geen werkelijkheid kan maken
Escobar: de harstvriend
Ezequiel: de zoon
༄ OPENINGSZIN
Een dezer avonden, uit de stad terugkerend naar Engenho Novo, ontmoette ik in de trein een jongeman hier uit de buurt, die ik ken van gezicht en van hoed.
De man die Bento Santiago op de trein ontmoet, probeert verzen aan hem voor te lezen, maar omdat hij in slaap valt en verward antwoordt, steekt de reiziger beledigd de verzen weg. In het dorp spreekt hij slecht van Bento en noemt hij hem ‘Dom Casmurro’, Heer Nurks, een bijnaam die door de buren overgenomen wordt om over het teruggetrokken hoofdpersonage te spreken.
Het begin van het boek brengt meteen de aanwezige vertelstijl op de voorgrond. De vertelling wordt gethematiseerd: “Nu ik de titel heb verklaard, ga ik over tot het schrijven van het boek”; waarop Bentinho alle beweegredenen opsomt die hem tot het schrijven gebracht hebben.
▼ INHOUD
Bento Santiago schrijft als oude man de herinnering neer aan zijn opvlammende liefde voor het buurmeisje van zijn ouderlijk huis, Capitu. Zijn bijnaam van Dom Casmurro toont dat die geschiedenis geen goed einde kan hebben. De ontluikende liefde voor zijn buurmeisje wordt verhinderd door een oude belofte van Bento’s moeder, om hem naar het seminarie te sturen. Zijn moeder had, nadat haar eerste kind gestorven was, beloofd aan God haar kind tot priester te laten wijden als het een jongen zou zijn. Wanneer Jose Dias de moeder influistert dat Bento’s liefde voor Capitu een probleem zou kunnen vormen voor de geestelijke toekomst van Bento, pas wordt het vuur in Bento echt wakker: “Dit alles werd mij nu duidelijk gemaakt door de woorden van José Dias, die mij aan mijzelf onthuld had, en die ik alles vergaf”.
Bento wordt naar het seminarie gestuurd tegen zijn wil. Daar ontmoet hij zijn latere beste vriend, Escobar. Ondertussen maakt Bento met Jose Dias plannen om de priesteropleiding te stoppen en rechten te gaan studeren. Hij kan dan met Capitu trouwen en Jose Dias ziet een persoonlijk belang in een reis naar Europa. Door een plan van Escobar slaagt Bento erin zijn moeder te overtuigen: die bekostigt de priestervorming van een weesjongen, en lost zo toch haar belofte aan God in.
Na hun studies trouwt Bento met Capitu, en wordt het koppel hartsvrienden met Escobar, die ondertussen getrouwd is met Capitu’s beste vriendin, Sancha. De beide koppels kopen een huis op het strand, en brengen lange avonden samen door. Een tragische wending drijft Bento en Capitu uit elkaar; Bento verdenkt Capitu ervan hem ontrouw te zijn geweest, en blijft alleen achter met zijn jaloezie en verhaal.
▲ WAAROM IS HET GOED
Machado de Assis gebruikt als vertelperspectief het motief van de oude vereenzaamde man die terugkijkt op zijn leven – zoals hij ook doet in Posthume herineringen van Brás Cubas en Dagboek van Aires – maar hij zet het volledig naar zijn hand. Daarbij is hij veel verschuldigd aan het werk van Laurence Sterne, en in het bijzonder Tristram Shandy: de structuur van de terugblik, het voortdurende onderbreken van het lineaire betoog met metafictionele overpeinzingen, aansprekingen van de lezer en parodie. Zoals Bloom opmerkt lijkt het haast alsof de geest van Sterne over zee is gewaaid en daar in de pen van Machado is gekropen: “Sterne died in 1768; a century later (…) his genius drifted across the water and possessed Machado”. Maar zoals Bloom ook opmerkt, ontwikkelt Machado zijn eigen genie en lijkt zijn stem zelf de tijden te overstijgen: “He is so hilarious at times that when I go and re-read ‘Tristram Shandy,’ I can swear that Sterne has read Machado.” Machado’s hoofdpersonage onderbreekt zijn betoog voortdurend om over het schrijven zelf stil te staan; hij breekt zijn eigen stijl af, zegt dat hij het mooi had kunnen vertellen maar dat hij geen tijd of geen pagina’s meer heeft. De sublieme vertaling van August Willemsen vat de melancholie én de ironie.
Ook bij zijn beeldrijke taal staat Bento stil; hij wijdt uit over de metaforen die hij gebruikt, van de opera en de zee. “Vergeef mij deze metaforen; ze ruiken naar de zee en het getij […]. Ze ruiken ook naar de ogen als de branding van Capitu. En zo, ofschoon ik altijd een man van de wal ben geweest, vertel ik dat deel van mijn leven zoals een Zeeman zijn schipbreuk zou vertellen.”
Dom Casmurro’s ‘schipbreuk’ zorgt ervoor dat dit werk melancholischer is dan andere van Machado’s werken; een oude man bouwt voor zichzelf het huis van zijn jeugd na, maar het lukt hem niet “de uiteinden des levens aan elkaar te binden”: “het is me niet gelukt terug te roepen wat was, noch wat ik was.” Daarom schrijft hij; ook de vertelling is het oproepen van iets dat altijd anders zal zijn: “ikzelf ontbreek, en dat gemis is alles”. Doorheen het hele boek ligt tussen de lijnen de vraag besloten wat het is om herinneringen terug te roepen, en in het emotionele discours van een uitgesproken man komt daar de vraag bij in welke mate dat discours gekleurd en verkleurd is. De nurksheid van waaruit hij begint te schrijven legt een schaduw op de sprookjesachtige ontluikende liefde tussen zijn jonge ik en Capitu.
Daarbij staat zijn jaloezie centraal, de jaloezie waarvan het voorwerp pas in het laatste deel van het verhaal op de voorgrond komt, maar waarvoor de diepe liefde als bodem heel het boek wordt opgebouwd. Uiteindelijk kunnen we uit Bentinho’s persoonlijk relaas niet concluderen of Capitu hem verraden heeft of niet – de bewijzen zijn schaars; zijn omgeving lijkt niemand van iets te verdenken. In in de ambigue tekening van die vraag zit zeker een stuk van genialiteit. Maar Dom Casmurro is geen sleutelroman; de tragiek zit vooral in de liefde en jaloezie van Bentinho, die bestaan naast het objectieve en die uiteindelijk zijn leven verwoesten.
De steeds terugkerende vraag of Dom Casmurro een onbetrouwbare verteller is in die zin toch vooral de vraag van letterkundigen die te veel over narratieve structuren hebben nagedacht zonder zich er met open armen in te begeven. Elke verteller die verliefd was, tragedies meemaakt, achterlaat en gebroken terugvindt, heeft de neutraliteit achter zich gelaten, maar vertelt vanuit een perspectief waarin de beleving centraal staat. En in die hoedanigheid is het meegaan met het verhaal, met zijn liefde voor Capitu, het ontsnappen aan de priesteropleiding, de godenfiguur van zijn moeder, de bij hen in wonende en als nar functionerende José Dias (als deze sterft geeft Dom Casmurro toe dat hij over zijn dood geweend heeft), en de strandscenes met Escobar en Sancha het oprechte meegaan in het geconstrueerde avontuur.
Tegelijkertijd staat het thema van jaloezie heel centraal, en zijn de feiten flinterdun. Dom Casmurro is een advocaat, en samen met de retorische vertelstijl, verhoogt dat de kans op een manipulatieve kracht. Daarboven wordt hij als problematisch afgebeeld: hij laat zijn emoties zichzelf overnemen, pleegt net geen moord en zelfmoord. In die zin zitten we in het hoofd van een antiheld, die een verhaal componeert: hij beschrijft zijn werk als een opera, een opgevoerde scene. De schetsing van het huis, de kustlijn, de absolute vriendschap met Escobar zijn dieplevendig, net als de afbeelding van emoties: de ziekelijke jaloezie, hoe Capitu als meisje niet uit het raam mag kijken omdat ze dan zou kunnen glimlachen naar andere buurtjongens. Het thema van jaloezie vindt bij Machado de Assis een grootse uitbeelding omdat het de twee polen van de absolute liefde en het kwade egocentrische dat het in zich verzamelt zo ultiem verbindt, en daarin de grote tragiek vindt. De opbouw met de harten die elkaar vinden, de jonge verliefdheid en gezworen trouw is diep en zacht verhaald. In die afbeelding is veel Shakespeariaans; Machado vertaalde Shakespeare naar het Portugees, en Capitu heeft verschillende gelijkenissen met Desdemona.
De sociale achtergrond van rijkdom, via het bezit van slaven en koetsen, vormt de achtergrond die Machado genadeloos fileert. Zelfs God blijkt omgekocht te kunnen worden: als je belooft je kind een geestelijke opleiding te geven, koop je gewoon een kind: stuur een adoptiezoon naar de priesterschool, ‘dat kost ook niet zoveel’. Het werk is precies in plaatsbeschrijvingen en tekening van personen; als lezer loop je door dat Rio de Janeiro van 1850, met al zijn weelde en ellende.
Susan Sontag vraagt zich terecht af waarom Machado’s naam niet bij de meest bekende klinkt, Bloom noemt Machado ‘the supreme black literary artist to date’. Machado de Assis heeft een unieke vertelstijl met Sternes ironie, priemende sociale analyses, grootse personages, een Shakespeariaanse tekening van emoties en is daarbij ook nog eens geestig. Wanneer hij een tekst wil schrijven, ondervraagt hij de wormen die aan zijn boeken knagen over de inhoud. Het metafysisch geweldige antwoord van een lange dikke worm luidt: “Mijn beste heer, wij weten absoluut niets van de teksten waaraan wij knagen, noch kiezen wij wat wij knagen, noch hebben wij voorkeur of afkeer van wat wij knagen; wij knagen.”

✎ DE SCHRIJVER
Volgens velen de grootste schrijver die Brazilië gekend heeft. Als kleinkind van slaven en van een bescheiden sociaal milieu, kreeg hij toch een gedegen opleiding. Werkte als journalist en later als ambtenaar en vertaler van onder andere Dickens en Shakespeare. Stotterde, had epilepsie en werd bijna blind; door zijn slechte gezondheid zette hij zich vanaf zijn 40ste wel serieuzer aan het schrijven, vaak over sociaal gedrag, met een cynische ondertoon. Werd door zijn succes president van de Braziliaanse letterenacademie. Zijn internationale faam groeit traag maar gestaag.
► VERDICT
Braziliaanse gigant met een uniek ironische vertelstem. Je leest niet elke dag verhalen van een zwarte negentiende-eeuwse slavenkleinzoon; Machado’s naam verdient het veel luider te klinken.
door Ana
